DE WENS VAN DE HERDER

Er was eens een schaapsherder,
die buiten een paar schapen,
niks anders bezat als een oude fluit,
die hij zelf gemaakt had uit een vlieren tak.
Iedere dag speelde hij op de fluit,
soms hard, soms zacht, soms treurig en soms vrolijk.
Het lag er helemaal aan hoe zijn stemming was.
Als hij zijn liedjes speelde,
kreeg hij het gevoel van gelukkig zijn.
En de hoop, om op een dag het volkomen geluk te vinden,
lieten hem iedere keer weer nieuwe liedjes verzinnen.
Op een dag, toen hij weer op zijn fluit speelde,
zag hij een mooie vogel
die luisterde naar zijn spel.
Zijn veren schitterden in alle kleuren van de regenboog.
Oh, dacht de herder, daar is het,
het volkomen geluk.
Hij kroop naar de boom om de vogel te vangen.
Maar als hij hem met zijn handen wou pakken,
vloog de vogel weg naar een denneboom.
De wens van de herder om de vogel te bezitten was zo groot,
dat hij besloot om de vogel te volgen.
Toen de herder bij de den kwam, vloog de vogel weer weg.
De herder zag opeens een klein muisje onder de den,
die werd bedreigt van een kat.
Hij had de kat weggejaagd en zag toen de vogel weer,
aan de rand van een vijver.
Toen de herder bij de vijver kwam, vloog de vogel weer weg.
Inplaats van de vogel, zag hij een vis gevangen in een net.
De vis vroeg hem, om hem uit het net te halen.
Hij had de vis nog niet bevrijd of hij zag de vogel weer,
boven op de punt van een berg.
Maar toen de herder bij de berg kwam, vloog de vogel alweer weg..
Inplaats van de vogel zag hij een verdroogde bloem, die om hulp vroeg.
Toen hij de bloem water gegeven had,
zag hij de vogel aan de rand van de zee.
De herder kwam aanlopen, en de vogel vloog de lucht in naar de zon.
Ach, dacht de herder, de vogel heeeft een spelletje met mij gespeelt,
verder niet.
Teleurgesteld liep hij weer naar huis, naar zijn schapen.

Maar toen hij weer bij de berg aankwam,
zag hij opeens een prachtig bloeiende bloem.
Bij de vijver aangekomen,
zag hij een vis die de ene salto na de andere in het water maakte.
Toen hij bij de den kwam,
danste daar een vrolijke muis in het warme zonnenlicht.

Toen wist de herder dat het een reden heeft om naar geluk te verlangen
en er voor te werken.
Je kunt het geluk vinden, ook al laat het zich niet met de handen pakken.
Soms is het geluk heel dicht bij,
maar opsluiten kun je het niet.
En de herder wist nu ook,
hoe je er zelf een heleboel aan kunt doen
om geluksmomenten te hebben.

.