terug in de tijd 4

Altijd was er wel wat te beleven.
Het stil zitten was er voor mij niet bij.
Buitenspelen was het mooiste wat ik me maar kon bedenken , heerlijk met de buurtkinderen spelen.
Maar dat betekende ook dat ik altijd smerig was, altijd kapotte knieen had en ook haantje de eerste was.

Ik moet ongeveer deze leeftijd zijn geweest, dat ik naar mijn moeder liep, naar binnen in de keuken bij tafel ging staan tegen de tafelpoot aantrapte en drie keer govvedomme zei.
Ik wist natuurlijk niet wat het betekende, maar zal het wel opgepikt hebben van de andere kinderen.
Moeder zei, nou mooi, nu weet ik het wel en ik ben zo weer naar buiten gestapt om te gaan spelen.

Hier zit ik met diep donkere kringen onder mijn ogen.
Ik was weer eens van de trap gevallen.
Dat gebeurde vaker hoor, was niks bijzonders.
Èèn keer viel ik van de trap en lag op de grond met mijn gezicht vol bloed en er hing iets uit mijn mond.
Moeder die aan kwam lopen kreeg bijna een beroerte toen ze dat zag.
ze dacht dat ik een stuk van mijn tong had afgebeten.
Maar wat was het geval, ik had mijn tand door de lip en er hing een stuk kaugom uit mijn mond.
Uren later was mijn moeder nog misselijk bij de gedachte aan de tong.