oud liedje

Kip Kakelaar heeft kuikens
Hier vind ge alle zes
En ied're morgen krijgen zij
Een uurtje kakelles.
.
Dan klimt de kippenmoeder
Heel deftig op een steen
En 't kleine grut staat luisterend
Dan om de moeder heen.
.
Maar èèn van het zestal kuikens
Het was een vreemd geval
Scheen vrees'lijk dom te wezen
Want het leerde miemendal.
.
Het had mogelijk geen oren
Ofwel een spraakgebrek
Want het zei nooit eens tok tok tok
Maar altijd kwek kwek kwek.
.
Toen dat een poos geduurt had
Werd moederkip heel kwaad
En vroeg op zek're morgen
De koning haan om raad.

De haan kwam toen eens luist'ren
Naar het onderwijs der zes
En toen hij was gezeten
Begon de kakelles.
.
Kwek kwek riep weer de domme
Toen sprak de haan gezwind
Dat beest leert nimmer kakelen
Dat is geen kippekind.
.
Kip Kakelaar verschrikte
En zei toen vol verdriet
Wat ik nu aan moet vangen
Ik weet ik weet het niet.
.
Ach kom wees niet zo droevig
Zo sprak de koning haan
We zullen het beest verdrinken
Dan is uw leed gedaan
.
Voort ging het naar de vijver
Mars riep kip Kippelaar
En wierp het jong in't water
Mars beest, verdrink jij maar.
.
Maar het kuiken kwaakte vrolijk
En het zwom op de effen plas
Zo dapper rond alsof
Er een partijtje was.
.
Dat kan ik niet begrijpen
Riep juffrouw Kakelaar
Ik zeg het is een wonder
een wonderkind zie daar.
.
Maar koning haan zei kraaiend
Nee vrouw dat heb je mis
Ik zeg je dat die kwaaker
Een eende kuiken is.

Het moraal van dit verhaal.
Zelfs als iedereen denkt dat jij het verkeerd doet, dat jij de verkeerde weg ingeslagen bent, maar jij vind van jezelf dat het goed is zoals het loopt, zoals het is, is het ook goed.
Ga je eigen weg.
Zolang je eerlijk tegeover jezelf en anderen bent, zolang je respect voor jezelf en anderen hebt, dan is die weg goed.