orgel

Daar is de orgelman, daar is de orgelman,
Met z'n piere, piere, piere, pierement.
Daar is de orgelman, daar is de orgelman,

Met z'n arias en deuntjes die iedereen kent.
Ieder zijn eigen lied, ieder zijn wens.
Vergeet het centebakkie niet, want ook een orgelman,
Is maar een mens rel de rel del del del.

Als zoon en kleinzoon van een orgeldraaier staan ik hier,
Ik demestreer de parelslag en ieder heb plezier.
Me mansers danke' zeer beleefd en tikke' an d'r pet.
Wij make' van het leve meer een geintje, weet u det

Middelbare dame, een kleinigheidje voor de orgelman alstublieft,
Kan het eraf, middelbare dame, of kom u in moeilekheden thuis,
Een stuiver, hoe bestaat het,
Waterverf, weet u dat,
Want ook de orgelman is maar een mens, rel de rel del del.

De polletiek is waterverf, daar doen ik niet aan mee,
Je stort je eige in't verderf, je zaak in de puree.
En is er soms es heibel of jeleile, zeg dan maar
Ach, niet op reagere Lena, en het is voor mekaar.

Komt Willen 's aves bekaf theus, van't draaien op de straat,
Dan weet hij dat bij Dora reeds, de prak op tafel staat.
Zijn toffels en zijn krantje legge bij zijn eige stoel
Dan komt de kinderschaar uit bed en zingt de hele boel.
.
Daar is de orgelman, dar is de orgelman,
Met z'n piere, piere, piere, pierement............
.
Wim Sonneveld.

.